top of page
Collega's die op kantoor werken

Vertrouwenspersoon

Als er geen vertrouwenspersoon in de organisatie aanwezig is kunnen bedrijven, al dan niet in overleg met de ondernemingsraad, een onafhankelijke derde aanstellen als vertrouwenspersoon binnen de organisatie. Het is aan te bevelen deze persoon “van buiten af” aan te stellen zodat belangenverstrengeling, in welke vorm dan ook, kan worden voorkomen.

Het is van belang dat de rol van vertrouwenspersoon een (belangrijk) onderdeel van het beleid van het bedrijf is/wordt. Het is tevens van belang dat de vertrouwenspersoon bekend en zichtbaar is binnen de organisatie. Hij of zij moet op afspraak beschikbaar zijn of een vast spreekuur hebben binnen de organisatie. Hetgeen besproken wordt is strikt vertrouwelijk en dient als zodanig behandeld te worden, binnen de gestelde grenzen van de huidige wetgeving hieromtrent (Wet op de privacy). De vertrouwenspersoon rapporteert uitsluitend aan de directie, rekening houdend met de inhoud en aard van de melding.

Voor welke soort klachten of vragen kun je terecht bij de vertrouwenspersoon

  • Agressie en geweld op de werkvloer

  • Signaleren van (ernstige) misstanden

  • Pesten

  • Discriminatie

  • Seksuele intimidatie / ongewenste intimiteiten

  • Dreigende conflicten, al dan niet met direct leidinggevende

  • Persoonlijke problemen

  • Persoonlijke ontwikkeling, regie op eigen Loopbaan

  • Klankbord

 

Taken van een vertrouwenspersoon

  • Het aanhoren van klachten of vragen

  • Het bieden van hulp of advies

  • Het bieden van of zoeken naar een (informele)-oplossing

  • Het slachtoffer informeren over andere oplossingen, zoals klachtenprocedures

  • Het begeleiden van de werknemer in vervolgstappen

  • Het doorverwijzen naar evt. andere hulpverlenende instanties

  • Het ondersteunen van het management

  • Het voorkomen van ongewenst gedrag

  • Het geven van voorlichting over de aanpak van ongewenst gedrag

  • Het registreren en vastleggen van de klachten

  • Het ontwikkelen van beleid en het geven van gevraagd en ongevraagd advies

  • Het bewaken en toezien op de uitvoering van het beleid aangaande (ongewenst)-gedrag

  • Het evalueren van het gevoerde beleid

  • Het eventueel aanpassen of bijstellen van het beleid omtrent ongewenste omgangsvormen

bottom of page